Cursus Elektriciteit
Aanmeldingsformulier
Elektriciteit
Grondkabels/energie
Gastenboek
Sitemap/elektra
Energie/Vermogen
Aardlekschakelaar
Forum
Transformator/dimmer
Krachtstroom
Ons college/AV



 

Basiscursus Elektriciteit

 

Maximaal Vermogen

In een huisinstallatie worden de aansluitpunten verdeeld over eindgroepen.Een eindgroep is een leiding ,die vanuit de meterkast naar de diverse aansluitpunten gaat,zoals lampen,wandcontactdozen en dergelijke,om deze van spanning te voorzien.Wordt een eindgroep in de meterkast uitgeschakeld,dan doen alle toestellen die die op deze eindgroep zijn aangesloten het niet meer.

De toestellen die aangesloten zijn op een eindgroep,staan allemaal parallel geschakeld.We kunnen ons afvragen: Mag er een onbeperkt aantal toestellen(dus vermogen)op een eindgroep aangesloten worden?Het antwoord is NEE.Er moet rekening gehouden worden met de grootte van de totaal stroom die uiteindelijk door de leiding(draad) vloeit.In de meeste installaties,zijn meer toestellen aangesloten op een eindgroep.Voor het berekenen van de totaalstroom,moet eerst per toestel de opgenomen stroom worden berekend.De totaalstroom wordt gevonden door de deelstroom op te tellen.Om veiligheidsredenen mogen eindgroepen niet te zwaar belast worden,of anders gezegd: Er mag niet teveel stroom door de draad vloeien.Dus het maximaal aan te sluiten vermogen is beperkt per eindgroep!

Wordt er te veel vermogen aangesloten,dan vloeit er teveel stroom door de draad,waardoor die warm wordt,en de isolatie rondom de draad zelfs kan gaan smelten.Het gevolg kan zijn: korstsluiting (brand) In de NEN 1010,het voorschriftenboek van elektrische installaties,is een tabel (overzicht) gegeven van de maximale stroom die door een installatiedraad mag vloeien.Voor installatiedraad met een doorsnede van 2.5 mm2 is dit afhankelijk van het aantal draden in een buis.

- bij 2 drden is de maximale stroom per draad 24A

- bij 3 draden is de maximale stroom per draad 21A

- bij 4 draden is de maximale stroom per draad 19A

Om te voorkomen,dat door een installatiedraad teveel stroom gaat vloeien,wordt een veiligheid ingebouwd,aan het begin van een eindgroep.Deze veiligheid kan zijn een smeltpatroon(vaak STOP genoemd) of een installatieautomaat.De maximale toegestane stroom staat op de smeltpatroon of de aangegeven.Staat er op een installatieautomaat 10A,dan betekent dit,dat er een totaal installatieautomaat vermogen aangsloten mag worden van: P= U.I   P= 230. 10 = 2300W

Wordt er meer vermogen aangesloten dan 2300W,dan wordt de totaal stroom te groot,met als gevolg,dat de smeltdraad in de smeltpatroon doorbrandt en de eindgroep wordt uitgeschakeld. Een installatieautomaat schakelt ook uit als de stroom te groot wordt,maar heeft als voordeel,dat deze zo geconstrueerd is,dat deze na afkoeling weer hersteld kan worden en dus niet vervangen hoeft te worden.

  

 

Huisinstallatie 2

Inleiding.In dit hoofdstuk zal zal worden verder gegaan met de huisinstallatie en zullen de veiligheidsaarding,de aardlekschakelaars en de voorschriften voor de badkamer nader bestudeerd worden.Huisinstallaties worden in de regel geaard op een aardelektrode.Men gebruikt hiervoor in de grond koperen staven of gegalvaniseerde buizen.Aardstaven moeten tenminste een middellijn hebben van 12mm,aardbuizen een binnenmiddellijn van tenminste 25mm en een wanddikte van 2,5 mm.Indien mogelijk moeten ze tot in het grondwater reiken.De aardverspreidingsweerstand Ra moet voldoen aan de vereiste normen.

Aarden op de waterleiding is door het gebruik van kunststof waterleidingbuizen niet meer toegestaan.De aardstaven of aardbuizen zijn via de aardleiding verbonden met een hoofdaardrail in de meterkast.Aan de hoofdaardrail is de beschermingsleiding(vroeger aardleiding genoemd) verbonden,dien naar de aardrail in de groepenkast gaat.Vanaf de aardrail in de groepenkast loopt in de groepsleiding een beschermingsleiding,als afzonderlijke draad,mee naar de nuldraad en de fase-en/of schakeldraden.

De beschermingsleiding wordt aangesloten op het beschermingscontact van de wandcontactdozen.Bij vast aangesloten toestellen wordt de beschermingsleiding op het metalen frame of gestel van het toestel aangesloten.Toestellen die dubbel geisoleerd zijn,worden niet aangesloten op de veiligheidsaarding.Immers,bij deze toestellen kan het gestel nooit onder spanning komen.

Aardfoutstroom: DE hiervoor beschreven wijze van beveiliging,geeft een behoorlijke beveiliging,zowel voor vast opgestelde toestellen als voor verplaatstbare toestellen.De kans is echter aanwezig,dat bij draadbreuk of,nog waarschijnlijker,bij losse contacten,de beschermingsleiding toevallig als eerste wordt onderbroken. In zo'n geval is het toestel zonder dat men dat bemerkt,onbeschermd.Treedt er nu een aardfout op,fase-, of schakeldraad komen in aanraking met metalen delen van het toestel,(bijvoorbeeld strijkijzer,wasmachine,snelkoker en dergelijke) dan kan aanraking fataal zijn.Komt met gelijktijdig met het gestel van het defecte toestel en een waterleiding of een cv-radiator in contact,dan zal aanraking zo goed als zeker fatale gevolgen hebben.

Aardlekschakelaar: Om het aantal ongelukken met elektriciteit drastisch te bereiken,moeten er in nieuw aan te brengen installaties in woonhuizen,aardlekschakelaars als aanvullende bescherming worden geplaatst.Aardlekschakelaars worden ook wel differentiaalschakelaars genoemd,omdat ze op een stroomverschil schakelen.Een aardlekschakelaar schakelt automatisch uit als een te grote lekstroom(aardfoutstroom) naar de aarde wegvloeit.